Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is een veel voorkomende ziekte met ruim 9.000 nieuwe gevallen per jaar in Nederland en 410.000 in Europa. Bij het stellen van de diagnose heeft ongeveer 80% van de patiënten al regionale of afstandsmetastase(n), waardoor slechts 20% geschikt is voor curatieve chirurgische behandeling. Met de verdenking op NSCLC en de afwezigheid van afstandsmetastase(n) moet er volgens de Nederlandse en Europese richtlijn mediastinale stadiëring gedaan worden door middel van endobronchiale (EBUS) en/of endoscopische (oesofagiale) endo-echografie met de EBUS-scoop (EUS-B). Patiënten die voldoen aan één van de volgende criteria moeten mediastinale stadiëring ondergaan: vergrote mediastinale lymfeklieren op de computer tomografie (CT-scan), fluoro-deoxy glucose positron emission tomography (FDG-PET-scan) avide mediastinale lymfeklieren, FDG-PET niet-avide primaire tumor, centrale primaire tumor of een perifere primaire tumor >3 centimeter diameter. (1)

MEDIASTrial wetenschappelijk onderzoek vaststellen van lymfeklieruitzaaiingen niet-kleincellige longkanker

Patiënten met pathologisch bevestigde mediastinale lymfeklier metastase (N2-3 ziekte) worden over het algemeen behandeld met chemoradiatie in plaats van chirurgie. Er is geen toegevoegde overleving aangetoond van chirurgische behandeling van N2 of N3 NSCLC. (2) Na een negatieve EBUS en/of EUS-B moet er volgens de richtlijnen een aanvullende mediastinoscopie verricht worden om vals-negatieve EBUS en/of EUS-B uit te sluiten. In een gerandomiseerd onderzoek werd mediastinale stadiëring door middel van EBUS/EUS-B vergeleken met mediastinoscopie. De sensitiviteit voor mediastinale metastasering was 85% voor EBUS/EUS-B en 79% voor mediastinoscopie. Als er na een negatieve EBUS/EUS-B nog een aanvullende mediastinoscopie wordt uitgevoerd worden nog bij 9.2% van de patiënten mediastinale lymfeklier metastasen gevonden, wat zorgt voor een gecombineerde sensitiviteit van 94%. (3) Op basis van deze studie werd de huidige richtlijn geschreven en moet er dus om 1 extra patiënt met mediastinale lymfeklier metastase te vinden bij 11 patiënten een mediastinoscopie verricht worden. Dit gaat gepaard met een significante morbiditeit, vertraging in diagnostisch traject en starten van de behandeling en financiële kosten. Een mediastinoscopie is geassocieerd met minor (3.2%) en major (3.5%) complicaties en sporadisch mortaliteit (<1%). (3,4) Naast de complicaties van de procedure moet de patiënt onder algehele anesthesie gebracht worden en zorgt de mediastinoscopie voor vertraging in het starten van de behandeling. Significante reductie of zelfs het niet meer uitvoeren van een mediastinoscopie na een negatieve EBUS/EUS-B kan zorgen voor een verlaging van morbiditeit, mortaliteit en kosten

Referenties:

  1. Vilmann P, Clementsen PF, Colella S, Siemsen M, De Leyn P, Dumonceau JM, et al. Combined endobronchial and esophageal endosonography for the diagnosis and staging of lung cancer: European Society of Gastrointestinal Endoscopy (ESGE) Guideline, in cooperation with the European Respiratory Society (ERS) and the European Society of Thoracic Surgeons (ESTS). Endoscopy. 2015 Jun;47(6):c1,0034-1392453. Epub 2015 Jun 10.
  2. van Meerbeeck JP, Kramer GW, Van Schil PE, Legrand C, Smit EF, Schramel F, et al. Randomized controlled trial of resection versus radiotherapy after induction chemotherapy in stage IIIA-N2 non-small-cell lung cancer. J Natl Cancer Inst. 2007 Mar 21;99(6):442-50.
  3. Annema JT, van Meerbeeck JP, Rintoul RC, Dooms C, Deschepper E, Dekkers OM, et al. Mediastinoscopy vs endosonography for mediastinal nodal staging of lung cancer: a randomized trial. JAMA. 2010 Nov 24;304(20):2245-52.
  4. Steunenberg B, Aerts B, De Groot H, Boot C, Romme P, Aerts J, et al. Quality Assessment of Video Mediastinoscopy Performed for Staging in Non-Small Cell Lung Cancer. Thorac Cardiovasc Surg. 2015 Jul 28.